Voeding voor specifieke groepen

Wetgeving op het gebied van voeding voor specifieke groepen is bedoeld om bepaalde kwetsbare groepen consumenten te beschermen.
Dit gebeurt door het reguleren van de levensmiddelen die voor deze groepen geproduceerd worden en de marketing hiervan. Het gaat hierbij om baby’s en jonge kinderen, mensen met specifieke medische aandoeningen en mensen met obesitas die een energiebeperkt dieet volgen.

Op Europees niveau is regelgeving vastgelegd in Verordening Nr. 609/2013, die 20 juli 2016 van kracht is geworden. Deze verordening vervangt een hele reeks regels die in de afgelopen 30 jaar werden opgesteld en die zowel complex als gefragmenteerd waren. Verordening nr. 609/2013 bevat kaderwetgeving voor vier onderwerpen, te weten volledige zuigelingenvoeding en opvolgzuigelingenvoeding, bewerkte levensmiddelen op basis van granen en babyvoeding, voeding voor medisch gebruik en de dagelijkse voeding volledig vervangende producten voor gewichtsbeheersing. Naar aanleiding van deze verordening heeft de Europese Commissie laten onderzoeken of er extra regelgeving opgesteld moet worden voor opgroeimelk en voeding voor sporters. Dit bleek niet nodig.

Aansluitend op de nieuwe Europese wetgeving is in Nederland in 2016 het Warenwetbesluit bijzondere voeding 2016 in werking getreden.

In Nederland wordt voeding voor specifieke groepen besproken in het Regulier Overleg Warenwet, Deskundigenoverleg Gezondheidsbevorderende Levensmiddelen.

In Europees verband wordt voeding voor specifieke groepen besproken in de EU-Commissiewerkgroep Voeding voor specifieke groepen. De Permanente Commissie Voeding en Diervoeder, sectie Algemene Levensmiddelenwetgeving stelt vervolgens de voorstellen van de Commissiewerkgroep vast.

Nationaal

  • Warenwetbesluit Bijzondere voeding 2016

Europees

  • Verordening (EG) Nr. 609/2013 voeding voor specifieke groepen