Algemene levensmiddelenwetgeving
De levensmiddelenwetgeving betreft voedselveiligheid en eerlijkheid in de handel van levensmiddelen voor de gehele voedselketen. Nationale regelgeving hiervoor is vastgelegd in de Warenwet, de Landbouwkwaliteitswet, de Bestrijdingsmiddelenwet en de Vleeskeuringswet.
Het belangrijkste onderdeel van de Europese regelgeving over algemene levensmiddelenwetgeving (GFL) is de traceerbaarheid. Alle producenten van levensmiddelen en diervoeders moeten een goed systeem voor traceerbaarheid hanteren zodat snel en nauwkeurig producten uit de handel kunnen worden genomen als er sprake is van een gevaar voor de volksgezondheid.
Sinds 21 februari 2002 is de Europese Algemene Levensmiddelen Verordening (Verordening (EG) nr. 178/2002) van kracht. Deze Europese verordening tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de nieuwe Europese levensmiddelenwetgeving heeft inmiddels geleid tot oprichting van een Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden.
De algemene levensmiddelenwetgeving wordt in Nederland besproken in het Regulier Overleg Warenwet, onderdeel ROW/AO (Algemeen Overleg).
In EU-verband wordt de Algemene Levensmiddelenwetgeving besproken in de Commissiewerkgroep voor Algemene levensmiddelenwetgeving.
Belangrijke onderdelen van de algemene levensmiddelenwetgeving (Verordening (EG) nr. 178/2002) zijn:
- Traceerbaarheid (artikel 18): Traceerbaarheid is voor iedereen verplicht die levensmiddelen en diervoeders produceert, vervaardigt, verwerkt, opslaat, vervoert of distribueert. Met een goed systeem voor traceerbaarheid moet een bedrijf in geval van een gevaar voor de volksgezondheid snel en nauwkeurig producten uit de handel kunnen nemen dan wel kunnen aantonen waar het product vandaan kwam en heen is gegaan.
- Verantwoordelijkheidsverdeling (art.17);
- Uit de handel halen, recall en meldingsplicht van onveilige levensmiddelen en van onveilige diervoeders (art. 19 en 20) in relatie tot veiligheidseisen (art. 14 en 15);
- Invoer en uitvoer (art. 11 en 12).
- Van groot belang is verder dat in de artikelen 2 en 3 van de GFL definities zijn vastgesteld voor een levensmiddel, levensmiddelenwetgeving, levensmiddelenbedrijf, exploitant van een levensmiddelenbedrijf, diervoeders, diervoederbedrijf, exploitant van een diervoeder bedrijf, traceerbaarheid etc. Deze definities vormen de basis voor alle levensmiddelenwetgeving die vanaf publicatie van de GFL wordt opgesteld.
Nationaal
- Warenwet
Europees
- Verordening (EG) Nr. 178/2002 Algemene beginselen en voorschriften over levensmiddelenwetgeving